De Belastingdienst schrijft zomaar een bedrag af van je bankrekening. Waarom? Of je krijgt zomaar een bedrag bijgeschreven. Wat?
Bij iedere betaling aan of van de Belastingdienst staat een betalingskenmerk. Als het initiatief is genomen door de Belastingdienst staat er een kenmerk bij dat bestaat uit een heleboel cijfers, onderbroken door een hoofdletter. Heb je zelf het initiatief genomen, dan zijn het alleen maar cijfers.
Heeft de Belastingdienst geld van je rekening af gehaald met een automatische incasso, of geld gestort?
Zoek naar de letter, die verborgen staat tussen alle cijfers. Voorafgaand aan de letter zul je jouw fiscaal nummer herkennen (vaak gelijk aan je BSN, je Burger Service Nummer).
Afhankelijk van je leeftijd kan dat fiscaal nummer acht of negen cijfers lang zijn (acht cijfers voor mensen die in 1989 al een sofinummer kregen, een sociaal fiscaal nummer) en negen cijfers voor iedereen die jonger is (of pas later in Nederland kwam).
Een aardig weetje is dat aan een BSN niet te zien is wie of wat je bent, maar dat wel gecontroleerd kan worden of een opgegeven BSN kan bestaan. Die controle is met een computer makkelijker dan met het blote oog te doen is, want je moet er een elfproef voor uitvoeren. Als het BSN bestaat uit acht cijfers wordt er een nul voor geplaatst. Van de negen cijfers die je dan hebt wordt het eerste cijfer vermenigvuldigd met 9, het tweede met 8,het derde met 7 en zo voort. De eerste acht getallen worden opgeteld en het laatste wordt er vanaf getrokken. Wat je dan overhoudt moet je kunnen delen door 11, zonder dat er een rest overblijft.
Ooit kende de Belastingdienst alleen een paar verschillende soorten belasting. In de loop van de tijd is het aantal gebruikte letters flink uitgebreid. Dat komt doordat de Belastingdienst voor steeds meer regelingen de betalingen moet uitvoeren. Nu hebben we een volkomen onlogisch geheel als we alle gebruikte letters in alfabetische volgorde zetten. Zelfs blijken er inmiddels meer regelingen te zijn dan letters. Zullen we gewoon letters uitbreiden met cijfers? Negeer vooral de letters die niet op jouw bankstrookje voorkomen.
A | loonheffing (naheffingsaanslag) | zakelijk |
B | omzetbelasting (afdracht op aangifte) | zakelijk |
C | ||
D | dividendbelasting | zakelijk |
E | reclamebelasting | zakelijk |
F | omzetbelasting (naheffingsaanslag) | zakelijk |
G | ||
H | inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen | particulier |
I | ||
J | teruggave loonheffingen (bijdrage zorgverzekeringswet) | particulier |
K | ||
L | loonheffing (afdracht op aangifte) | zakelijk |
M | motorrijtuigenbelasting | particulier |
N | inkomstenbelasting gemoedsbezwaarden | particulier |
O | omzetbelasting (teruggave) | zakelijk |
P | ||
Q | ||
R | ||
S | ||
T1 | (indien laatste cijfer is 1) kinderopvangtoeslag | toeslagen |
T2 | (indien laatste cijfer is 2) huurtoeslag | toeslagen |
T3 | (indien laatste cijfer is 3) zorgtoeslag | toeslagen |
T4 | (indien laatste cijfer is 4) kindertoeslag (kindgebonden budget) | toeslagen |
U | ||
V | vennootschapsbelasting | zakelijk |
W | zorgverzekeringswet | particulier |
X | ||
Y | motorrijtuigenbelasting (naheffing) | particulier |
Z | overige (volgens aparte brief) |
Let op als het een van de letters A, B, D, E, F, L of V is gebruikt. Dat zijn zakelijke belastingen. Daar ga ik het later in dit artikel over hebben. Ook aan de toeslagen (letter T) besteed ik aparte aandacht, omdat de codering afwijkt.
Omdat jouw BSN in het betalingskenmerk staat weet je dat de betaling betrekking heeft op jou. Door de gebruikte letter weet je over welke belasting het gaat.
Nu volgt het jaartal. Daar wordt een cijfer voor gebruikt, en dat wordt iedere tien jaar weer opnieuw gebruikt. Een 9 kan dus gaan over 2019, maar ook over 2009 of 1989.
Tot slot het volgnummer van de aanslag. Daar is een nummer van drie cijfers voor gereserveerd.
000 | aangifte |
001 | 1e voorlopige aanslag |
002 | 2e voorlopige aanslag |
003 | 3e voorlopige aanslag |
004 | 4e voorlopige aanslag |
005 | 5e voorlopige aanslag |
006 | definitieve aanslag |
007 | 1e naheffingsaanslag |
008 | 2e naheffingsaanslag |
009 | 3e naheffingsaanslag |
Zelf vind ik de 6 het belangrijkste, want van die aanslag mag de Belastingdienst alleen maar afwijken als ze dat heel goed kunnen onderbouwen. Op alle lagere volgnummers kan de Belastingdienst gewoon terugkomen zonder dat je daar hard bezwaar tegen kunt maken.
De toeslagen zijn een apart hoofdstuk waard. Daar zijn er te veel van, en de structuur van de betalingen is te complex, om gewoon onder de rest van de particulieren belastingen te vallen.
Als een van de letters A, B, D, E, F, L of V is gebruikt gaat het om een zakelijke belasting. Dan staat er na de letter nog een uitbreiding van twee cijfers. Veel ondernemers hebben nu eens dit bedrijf, dan weer een ander bedrijf. Soms hebben ze zelfs twee of drie bedrijven tegelijkertijd. Er kunnen dan redenen zijn om ieder bedrijf van die ondernemer een ander fiscaal nummer te geven. Dat doet de Belastingdienst dan ook. Over welke onderneming het gaat blijkt dan uit de eerste twee cijfers na de letter (in geval van een van de Vervolgens is er een cijfer dat aangeeft over welk jaartal het gaat. Een cijfer, dat iedere tien jaar weer opnieuw gebruikt wordt. Een 9 kan dus gaan over 2019, maar ook over 2009 of 1989.
Nu nog twee cijfers die de periode aangeven.
01 | januari |
02 | februari |
03 | maart |
04 | april |
05 | mei |
06 | juni |
07 | juli |
08 | augustus |
09 | september |
10 | oktober |
11 | november |
12 | december |
21 | eerste kwartaal |
24 | tweede kwartaal |
27 | derde kwartaal |
30 | vierde kwartaal |
31 | eerste halfjaar |
32 | tweede halfjaar |
40 | gehele jaar |
50 | gehele jaar |
60 | gehele jaar |
71 | 1e blok van vier weken |
72 | 2e blok van vier weken |
73 | 3e blok van vier weken |
74 | 4e blok van vier weken |
75 | 5e blok van vier weken |
76 | 6e blok van vier weken |
77 | 7e blok van vier weken |
78 | 8e blok van vier weken |
79 | 9e blok van vier weken |
80 | 10e blok van vier weken |
81 | 11e blok van vier weken |
82 | 12e blok van vier weken |
83 | 13e blok van vier weken |
Nog een cijfer te gaan. Dat gaat over de status van de aanslag. Meestal zal dit een nul zijn. Wijzigt een aanslag (wegens naheffing na controle, of omdat je zelf verbeterde gegevens hebt opgegeven) dan wordt het cijfer hoger.
Weet jij nog wanneer je wat betaald hebt? Ook als je over een jaar je belastingaangifte moet doen? Probeer dat maar eens te reproduceren als je belastingaangifte gedaan moet worden. Alles wat je weet is een betalingskenmerk van zestien cijfers, afkomstig van de acceptgirokaart die je hebt betaald.
Van het betalingskenmerk op een acceptgirokaart is het eerste cijfer altijd een controlegetal, waarmee de bank snel kan controleren of je geen tikfouten hebt gemaakt bij het overtikken van het nummer. Dan volgen negen cijfers voor jouw BSN. Daarna het jaartal (in een cijfer), het bedrijfsnummer (meestal 01), de periode en tot slot in een cijfer het volgnummer van de aanslag (meestal een 0). Op welke belasting de betaling betrekking heeft blijkt niet uit het betalingskenmerk. Dit zal zelden een probleem geven, omdat voor iedere belasting met een andere periodiciteit afgedragen moet worden. Alleen als je maandelijks BTW moet afdragen (omdat de bedragen heel erg groot zijn of omdat je te vaak te laat bent met je betalingen) zou je in theorie voor BTW en Loonheffing het zelfde betalingskenmerk kunnen hebben. Dat is een probleem, waar vermoedelijk de statuscode een oplossing voor biedt.
© Jeroen van Rossum, 24 oktober 2018.
De redactie van ESK belicht actuele kwesties. Wij leggen het verband tussen (fiscale) wetgeving en ondernemen, maar een persoonlijke opinie steken wij niet onder stoelen of banken. Als lezer kun je vragen op ons formulier stellen. Wij doen ons best om juiste en accurate informatie te geven, maar zijn niet aansprakelijk voor eventuele fouten of verkeerde interpretaties.
Waarschuwing: wat waar is als het wordt geschreven kan achterhaald raken door ontwikkelingen in wetgeving, techniek en economie. Raadpleeg daarom altijd een professional voordat je grote beslissingen neemt. De kosten om een deskundige in te huren wegen niet op tegen de kosten van een miskleun.