Vraag: is hypotheekrente voor aankoop auto aftrekbaar?

Ik heb mijn hypotheek verhoogd om een keuken te verbouwen een lening voor kunststoframen in te lossen en met het restant heb ik een auto gekocht. Mag ik nu mijn hypotheekrente blijven aftrekken of moet ik het gedeelte van de auto apart opgeven?

R. F. te U.

Vanaf het jaar 2001 is rente niet meer aftrekbaar, met uitzondering van rente op leningen die nodig waren voor aankoop of verbetering van de eigen woning. Sinds 1997 gelden reeds enkele beperkingen. Om de huidige beperkingen te kunnen controleren (maar vooral als voorwerk voor de verandering in 2001) moet de hypotheeklening gesplitst worden.

Wat is een hypotheeklening?

Over de hypotheeklening wil ik nog een oud misverstand uit de weg ruimen. Tot voor 1997 werd er over aftrek van hypotheekrente niet moeilijk gedaan. Of de rente nu op de ene of op de andere plaats werd aangegeven, materieel maakte het weinig verschil uit. Het deed ambtenaren (en politici) echter pijn om te zien hoe sommigen luxe uitgaven (aan bijvoorbeeld een jacht) konden doen door er een lening voor af te sluiten. Als belastingplichtige betaal je de rekening uiteindelijk natuurlijk toch, maar dat ging de wetgever niet ver genoeg. Het moest maar eens uit zijn met al dat lenen, om te beginnen zou de rente niet meer tot belastingteruggave mogen leiden. Het idee was geboren om aftrek van consumptieve rente te beperken.

De praktijk was inmiddels al veel verder. Want bankiers willen vooral zekerheid. Hebben ze geen waardevol onderpand, dan moet de debiteur een extra hoge rente betalen; geeft de debiteur het recht van hypotheek als onderpand, dan is een lagere rente acceptabel voor de bankier. Massaal werden schulden omgezet in hypotheekleningen, wat deels mogelijk was geworden door de gestegen prijzen van woningen. Dit bleek werd als een lek in de wet beschouwd, dat inmiddels gedicht is. Het woord hypotheek staat nog steeds voor het geven van zekerheid aan schuldeisers, maar betekent niet meer dat de kosten samenhangen met de eigen woning.

Leuk om te weten is, dat de branchevereniging van kredietverstrekkers onlangs onderzoek heeft gedaan naar de effecten van de beperking van consumptieve rente. Wordt er nu minder geleend? Allerminst. Die paar centen belasting die het scheelt weerhoudt niemand er van om geld te lenen. De hoogte van de rente heeft meer effect. Heel terecht, maar jammer van alle energie die gestoken is in het ontwerpen van nieuwe wetgeving en die nog gestoken gaat worden in controles op juiste naleving van de wet.

Aftrek rente op aankoop eigen woning

Het oorspronkelijke deel van uw (hypotheek)lening, afgesloten om uw woning te kunnen kopen, blijft de komende jaren nog aftrekbaar. Maar pas op: de dames en heren politici zijn er niet meer zo zeker van als enkele jaren geleden, dat dit zo blijft. Voor verhogingen wegens verbeteringen (zoals de verbouwing van uw keuken en vervanging van de kozijnen) geldt het zelfde.

Consumptieve uitgaven

In principe moet de Belastingdienst controleren of de uitgevoerde verbeteringen een waardeverhoging van de woning tot gevolg hebben gehad. De indruk is echter dat daar momenteel nog ruimhartig mee wordt omgesprongen. Dat geldt niet voor zogeheten consumtieve uitgaven, zoals de aankoop van een auto. Rente die betaald is op (gedeelten van) leningen die gebruikt zijn voor consumptieve bestedingen is in 2000 tot maximaal ƒ5.291 aftrekbaar (voor gehuwden geldt het dubbele bedrag). In deze verhoudingen verwacht ik dat het voor u een theoretische discussie is. Maar vanaf 2001 heeft u er direct mee te maken! Dan is de consumtieve rente in het geheel niet meer aftrekbaar.

Beperkingen ontwijken

U moet zelf maar beslissen of het dringen genoeg voor u is, maar ik zie een manier om extra krediet te krijgen en de rente volledig te mogen aftrekken: verhuizen. Mocht u toch al van plan zijn om in het komende jaar te verhuizen, dan kunt u een en ander meteen combineren. In een rekenvoorbeeld. U kocht vijf jaar geleden voor 200.000 een woning, waar u een hypotheeklening van 220.000 voor afsloot; de woning is nu 300.000 waard. Ruil van huis met uw buren, die in een met u vergelijkbare situatie zitten. Dus om 300.000 koopsom te kunnen betalen leent u 325.000 bij de bank. Van de 300.000 van uw oude huis lost u 220.000 hypotheeklening af, gebruikt u 35.000 voor schuldsanering en een nieuwe auto; de resterende 45.000 zet u op een spaarrekening.

Wat gebeurt er nu? Op de afrekening die u voor uw nieuwe aankoop van de notaris krijgt, staat naast 300.000 koopsom een bedrag van 18.000 overdrachtsbelasting en 1.800 aktekosten waar u niets mee kunt doen. Wel meteen aftrekbaar zijn de 3.250 afsluitprovisie (voor de bank, inclusief taxatiekosten) en de 1.400 notariskosten voor de hypotheekakte. De resterende 550 gebruikt de notaris om enkele lopende belastingen aan de verkoper te vergoeden. Eenmalig heeft u dus 4.650 aftrekpost, wat u bij een marginaal belastingtarief van 50% 2.325 oplevert. Per saldo moet u dus netto 22.125 kosten terugverdienen. U doet dit doordat u dertig jaar mag doen over aflossing van de (extra opgenomen) lening. Bij 6% rente en een marginale belastingdruk van 50% krijgt u 3% terug van de Belastingdienst; op een met 105.000 verhoogde lening betaalt u dus jaarlijks 3.150 uit eigen zak. U bespaart gemiddeld 10% (niet aftrekbare) rente op 35.000 leningen die u toch nodig had. Intussen levert de 45.000 op uw spaarrekening bij 4% rente jaarlijks 1.800 (belastingvrije) rente op. Uw voordeel bedraagt dus per saldo 2.150 per jaar, waardoor u na een jaar of tien op winst staat.

Spaargeld gebruiken voor noodgevallen en daarna weer aanzuiveren

Is dit nu een verstandige actie? Neen, voor de meeste mensen is het economisch niet aantrekkelijk. Maar ik kan mij heel goed de opluchting voorstellen van een enkele en overzichtelijke lening, ten opzichte van een reeks schuldeisers. Heel belangrijk om u te realiseren is dat het geld op de spaarrekening bedoeld is om onvoorziene uitgaven te betalen, zodat u nooit meer geld hoeft te lenen. En als u geld gebruikt van uw spaarrekening, zorg er dan voor dat het weer wordt aangezuiverd. Hanteer als vuistregel dat u iedere maand 2% van het opgenomen bedrag terug moet storten op uw spaarrekening om na vijf jaar weer op uw oude saldo (gecorrigeerd voor inflatie) te zitten. Leent u geld bij een bank, dan betaalt u vaak zes tot zeven jaar om van de schuld verlost te raken. Bovendien is het gewoon vervelend om met de hand in de pet te moeten vragen om geld; zelf verantwoordelijk zijn is veel plezieriger.

Denkt u niet voldoende zelfbeheersing te hebben om van uw eigen spaargeld af te blijven, begin er dan maar niet aan. U zou op termijn alleen maar in een dieper dal terecht komen.

© Jeroen van Rossum, 21 februari 2000.