Vraag: waar moet ik voorlopige teruggaaf opvoeren bij aftrek hypotheekrente?In 1999 ontvingen ik en mijn partner ieder afzonderlijk een tegemoetkoming (voorlopige teruggaaf in maandelijkse termijnen in verband met de hypotheekrente: ik 566 en zij 177; totale hypotheekrente: 23.101. Bij de aangifte IB99 via diskette kan ik bij de rubriek eigen woning, onder de aan te geven aangeven WOZ-waarde, de hypotheekkosten en dergelijke aftrekken. Echter, waar moet ik dan de voorlopige teruggaaf opvoeren? Logischerwijs zou men aan kunnen nemen, dat in de destijds toegekende tegemoetkoming al rekening is gehouden met de naderhand op te voeren hypotheekrente. Daar staat echter wel tegenover, dat men mogelijk -bewust- een lager bedrag aanvraagt dan waar recht op is, dit om verrassingen achteraf te voorkomen. Controle en correctiemogelijkheid is nu, voor zover ik dit kan nagaan, niet mogelijk. L.K. te U. |
Hier speelt duidelijk een wijdverbreid misverstand. U heeft inmiddels wel een correct antwoord gehad, begrijp ik uit afschriften van correspondentie met de Belastingdienst. Toch ga ik er graag nog eens op in.
De enige berekening van te betalen belasting die er echt toe doet is die van uw jaarlijkse aangifte. Met deze aangifte rekent u uit wat uw belastbaar inkomen over het afgelopen jaar was. De te betalen inkomstenbelasting is uitsluitend afhankelijk van het op deze aangifte berekende inkomen. De door u betaalde hypotheekrente telt dus volledig mee, onafhankelijk van wat u voor uw voorlopige teruggave heeft aangegeven. Om te voorkomen dat u na afloop van het jaar geen geld meer heeft om uw belasting te betalen, wordt afhankelijk van de hoogte van uw salaris een deel loonbelasting afgedragen aan de Belastingdienst. Indien er geen aftrekposten spelen is dit vrijwel altijd ongeveer het bedrag dat aan inkomstenbelasting betaald moet worden.
Omdat u aftrek claimt wegens betaalde hypotheekrente, komt de rekensom van de loonbelasting niet op het zelfde bedrag uit als die van de inkomstenbelasting. Maximaal het verwachte verschil kunt u al gedurende het jaar terugkrijgen, van de Belastingdienst. U heeft daar een negatieve aanslag voor gehad die in maandelijkse delen is uitbetaald. Het bedrag van de negatieve aanslag (of het totaal reeds in maandelijkse termijnen ontvangen bedrag) is al bekend bij de Belastingdienst en hoeft u niet meer aan te geven. Voor u zelf is het echter wel prettig om reeds nu te weten op welke aanslag u moet rekenen. Daarom is er in het aangifteformulier ruimte om aan te geven welke voorlopige aanslagen er al zijn geweest. In elektronische aangiften doet u dit onder de rubriek berekenen belasting. Heeft u in eerste instantie niet om een maximale voorlopige teruggave gevraagd, dan heeft dat geen consequenties voor de per saldo te betalen belasting. Wel zit iedere gulden die u nog niet gehad heeft nog gewoon voor u in het vat. Daarom zou ik in uw situatie adviseren om voor uw partner geen voorlopige teruggaven te vragen. U bespaart zich zo een hoop administratie en rekenwerk, terwijl het om een overzienbaar bedrag aan liquiditeiten gaat. Komt dat geld in een keer, tegen de zomer, dan kunt u tenminste een keer echt iets leuks doen; een maandelijks bedrag verdwijnt in de praktijk als natte sneeuw voor de zon.
© Jeroen van Rossum, 14 februari 2000.