Vraag: wat is voor ons de netto oppas-tegemoetkoming?

Sinds aug. 2007 passen mijn vrouw en ik op de 2 kinderen van mijn zoon en zijn vrouw. Kunt u ons adviseren of het aanvragen van de toeslag voor gastouderschap voor ons zinvol is. Onze gegevens: man geboren september 1946 (pensioen 45.000 Euro), vrouw geboren juni 1949 (geen inkomen). Aftrekbare kosten eigen huis: 1065 Euro. Voor de rest geen aftrekbare kosten. Wij doen gezamenlijk aangifte. Inkomsten van mijn zoon en zijn vrouw: ca. 55.000 euro. Omdat mijn vrouw geen inkomen heeft krijgt ze ca. 170 euro/maand heffingskorting. Vraag 1: Wat is voor ons de netto oppas-tegemoetkoming? Wat zijn de financiële consequenties voor ons als mijn vrouw de toeslag krijgt? Krijgt mijn vrouw dan nog de heffingskorting? Vraag 2: Is het gunstig om de toeslag bij mijn inkomen te tellen zodat mijn vrouw geen inkomen heeft en dus de heffingskorting weer krijgt?

M. D. te Geldrop.

Een oppastegemoetkoming bestaat niet, en zelfs een oppassubsidie bestaat niet - ook al zijn er gastouderbureaus die zich daar mee proberen te verkopen.

Eventueel zou uw zoon een kinderopvangtoeslag kunnen aanvragen. Dat kan alleen maar als zowel hij als zijn vrouw inkomsten uit arbeid hebben, hij betaalt voor de opvang van zijn kinderen, en er contracten zijn tussen hem en een gastouderbureau dat u heeft erkend en waar u een contract mee heeft. Een gastouderbureau brengt kosten in rekening voor de te verrichten werkzaamheden; gastouderbureau Regeltante rekent bijvoorbeeld 67,50 Euro per kind per maand - dat zou voor de twee kinderen van uw zoon (ik veronderstel even dat ze beiden nog niet naar de Basisschool gaan) samen 135 Euro per maand kosten.

Gesteld dat u uw kleinkinderen vijf dagen per week opvangt van 8:00 uur tot 18:00 uur, en dat gedurende 48 weken per jaar (want niet tijdens een week kerstvakantie en ook niet gedurende drie weken zomervakantie). Gemiddeld zijn dat 200 uren per maand. Het opvangbureau kost dan gemiddeld 0,3375 Euro per uur per kind.

Kinderopvangtoeslag kan in 2008 gegeven worden over maximaal 6,10 Euro kosten per uur opvang per kind. Bij maandelijks 200 uren opvang per kind ontvangt uw zoon maandelijks maximaal 2.127 Euro kinderopvangtoeslag (namelijk 4,88 per uur voor het eerste kind en 5,75 per uur voor het tweede kind). Als uw zoon maandelijks 2.440 Euro betaalt kost hem dat netto dus niet meer dan 313 Euro.

Van die 2.440 Euro is 2.305 Euro voor uw vrouw. Zij betaalt dan per jaar 10.107 Euro inkomstenbelasting, waar ze naast de algemene heffingskorting die ze nu al krijgt nog 1.642 arbeidskorting op mag verrekenen (ze is op 1 januari 58 jaar oud); ze gaat dus maandelijks 705 Euro meer belasting betalen en houdt maandelijks netto 1.600 Euro over van wat uw zoon betaalt.

Ontvangt u die 2.305 Euro, dan betaalt u daar jaarlijks 13.576 inkomstenbelasting over (u betaalt een hoger tarief omdat u immers ook al een pensioen ontvangt); u mag 1.890 arbeidskorting verrekenen (omdat u op 1 januari 61 jaar oud bent), zodat u per saldo maandelijks 1.331 Euro netto overhoudt. Het lijkt me dat het beter is als uw vrouw het inkomen op zich neemt.

Voor de goede orde moet ik vermelden dat ik voor een deel de belastingtabellen 2007 heb gebruikt. Ook kan ik me voorstellen dat ik bij het verzorgen van de aangifte inkomstenbelasting nog ruimte zou vinden verschillende kosten af te trekken - waar u dan weer belasting mee bespaart.

Tot begin 2008 kan uw zoon nog wel een kinderopvangtoeslag 2007 aanvragen. Als probleem voorzie ik echter dat het gastouderbureau u misschien niet met terugwerkende kracht kan erkennen - dan zou het nog wel voor 2008 maar niet meer voor 2007 kunnen.

Duidelijk mag zijn dat de materie complex is. Mijn uitleg is bedoeld om duidelijk te maken dat een reeks omstandigheden relevant is, en om aan te geven op welke bedragen belasting u ongeveer mag rekenen. Uw individuele omstandigheden zijn echter relevant. Als u het echt goed geregeld wilt hebben en u echt wilt weten hoe het zit, kan een betaald adviesgesprek zinvol zijn. Een adviseur is in staat om het verschil tussen uitleg en procedurele regels uit te filteren, en rekening te houden met individuele omstandigheden.
In communicatie met de Belastingdienst weet een professional dit zo te verwoorden dat het voor de Belastingdienst herkenbaar is; voor een particulier is het geen schande als dat niet lukt, maar de consequentie van bezuinigen op professionele begeleiding.

© Jeroen van Rossum, 20 december 2007.